Waar het in de slotfase van de verkiezingsstrijd een nek-aan-nekrace lijkt te worden tussen de VVD en NSC, ziet de toekomstige regering er wat betreft bouwend Nederland heel anders uit. Ruim een kwart van de bouwvakkers stemt woensdag namelijk op de PVV. Daarmee zou de partij van Geert Wilders veruit de grootste worden als het aan deze groep ligt. De BBB en NSC completeren het podium. Dat blijkt uit onderzoek van Proforto, de marktleider en specialist in werkkleding, onder 300 bouwlieden.

Opvallend is de uitgesproken voorkeur voor de rechterkant van het politieke spectrum onder bouwprofessionals. PVV, BBB, NSC, VVD, FvD, SGP, CDA en JA21 zouden samen liefst 131 van de 150 beschikbare zetels toebedeeld krijgen. Traditionele arbeiderspartijen als de PvdA (samen met GroenLinks) en de SP worden daarmee wat betreft bouwend Nederland weggevaagd. Opmerkelijk, aangezien dit toch de partijen zijn die hun belangen doorgaans het best behartigen.

Tegenstrijdige belangen

“Bewust of onbewust kiest de bouwprofessional bij de aankomende verkiezingen dus niet voor zijn eigen portemonnee.” Aan het woord is Rik Burgersdijk, eigenaar van Proforto. “Zij maken zich kennelijk meer zorgen over bredere maatschappelijke kwesties. Uit deze uitslag zou je kunnen afleiden dat thema’s als migratie en de bestuurscultuur hen meer bezighouden. Al zou je uit de grote populariteit van een partij als BBB ook kunnen distilleren dat zij zich zorgen maken om stikstofmaatregelen, die veelal nadelig zijn voor de bouw.”

Dat laatste lijkt inderdaad het geval. Bijna de helft (47%) van de ondervraagde bouwlieden zegt namelijk bewust te stemmen op een partij die zich inzet voor de bouw. Dit geldt voor vijftigers (52%) en zestigers (51%) nog iets meer dan jongere vakgenoten.  

Ruim driekwart (76%) geeft daarbij aan dat zij zich specifiek zorgen maken om de stikstofmaatregelen. Zij zijn van mening dat stikstofregels de bouw meer belemmeren dan dat ze het milieu beschermen.

Wantrouwen richting de politiek

Verder blijkt uit het onderzoek van Proforto dat veel Nederlanders met een baan in de bouw zich afvragen of politici zich wel in hen kunnen inleven. Bijna drie op de vier ondervraagden (72%) reageerde instemmend op de stelling dat de Haagse politiek zich onmogelijk kan verplaatsen in iemand met een fysiek beroep. 

Andersom herkennen praktisch opgeleiden zich niet in degenen die hen vertegenwoordigen in Den Haag, zo stelde onderzoeker Kjell Noordzij van de Erasmus Universiteit eerder dit jaar. Hij spreekt van ‘diploma-democratie’: “In 2020 had 95% van de volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer een hbo- of wo-diploma, terwijl in heel Nederland ongeveer 70% lager- of middelbaar opgeleid is. Zij zien politici die om de hete brij heen draaien, niet zeggen waar het op staat.” Volgens Proforto-eigenaar Burgersdijk zou dit de populariteit van ‘volkse’ politici als Geert Wilders en Caroline van der Plas onder bouwvakkers kunnen verklaren.